Laagste vertrouwensscore regering onder leiding Rutte

Gepubliceerd: 27-06-2013

VVD, PvdA, SP en PVV dicht bij elkaar

Kort voor het zomerreces is het niet goed gesteld met het vertrouwen in de huidige regering. Slechts 18% geeft aan veel vertrouwen in de huidige regering te hebben, de laagste score van een kabinet onder aanvoering van Mark Rutte. Het aandeel dat ‘heel weinig vertrouwen’ heeft in de regering stijgt sterk. VVD en PvdA blijven met respectievelijk 28 en 23 virtuele zetels de zetelpeiling weliswaar aanvoeren, maar rekening houdend met steekproefmarges zitten VVD, PvdA, SP en PVV dicht bij elkaar. Dat blijkt uit onderzoek van TNS NIPO.

Vertrouwen in regering bereikt laagste punt sinds Balkenende II
Het tweede kabinet Rutte is ruim een half jaar onderweg. Na de commotie rondom de ziektekostenpremie zakte het vertrouwen in het kabinet naar een kwart (25%), om begin 2013 te stabiliseren. Medio april bleek dat het sociaal akkoord, hoewel per saldo positief ontvangen, geen weerslag had op het vertrouwen in het kabinet. Integendeel: het vertrouwen bleek verder te zijn afgenomen, van 26% naar 21%. Daarmee bevond het vertrouwen zich op het (lage) niveau van het eerste kabinet Rutte.

Momenteel geeft nog maar 18% aan veel vertrouwen te hebben in de regering. Dat is de laagste score ooit van een kabinet onder leiding van Rutte en een evenaring van de score in december 2005, toen eveneens 18% aangaf vertrouwen te hebben in het tweede kabinet van Balkenende. Datzelfde kabinet bereikte in juli 2005 overigens de laagste vertrouwensscore ooit gemeten (15%). Met name het aandeel dat ‘heel weinig vertrouwen’ heeft in de regering stijgt (bijna verdubbeling sinds november 2012). 

Het vertrouwen in Rutte II is onder mensen die in september 2012 VVD stemden relatief gezien nog het grootst (34%). Van de PvdA-stemmers heeft slechts een kwart (27%) vertrouwen in de regering. Van de huidige VVD-kiezers heeft ruim de helft (54%) nog vertrouwen, de huidige PvdA-kiezer heeft ongeveer even vaak veel vertrouwen (48%) als weinig vertrouwen (50%).

1 | Vertrouwen in Rutte II afgenomen

Hoeveel vertrouwen heeft u in de regering ..? 25 okt 2010 Rutte I 28 feb 2011
Rutte I
14 sept 2011 Rutte I 6 nov 2012
Rutte II
19 dec 2012
Rutte II
13 feb 2013
Rutte II
17 apr 2013 Rutte II 26 juni 2013
Rutte II
  % % % % % % % %
Heel veel vertrouwen 2 3 1 3 1 1 0 1
Veel vertrouwen 29 28 21 28 24 25 21 17
Weinig vertrouwen 45 41 48 42 47 42 47 46
Heel weinig vertrouwen 18 20 18 16 21 21 22 29
Weet niet 7 8 11 11 8 11 10 7
 
Vertrouwen in lange levensduur stabiel
Het afgenomen vertrouwen vertaalt zich niet in lagere verwachtingen met betrekking tot de levensduur van Rutte II. Net als twee maanden geleden verwacht ongeveer de helft (49%) dat het kabinet 2015 niet gaat halen. Ruim een kwart (28%) denkt dat Rutte II de hele rit uitzit, 15% denkt dat het kabinet dit kalenderjaar nog valt. De huidige kiezers van VVD en PvdA blijven onverminderd optimistisch: respectievelijk 51% en 47% denkt dat het kabinet de rit zal uitzitten.

2 | Nog altijd ruim een kwart denkt dat kabinet vier jaar vol maakt

Hoe lang verwacht u dat het kabinet zal zitten? 6 november 2012, Rutte II 19 december 2012, Rutte II 13 februari 2013, Rutte II 17 april 2013, Rutte II 26 juni 2013, Rutte II
  % % % % %
Het valt in 2012 4 * * * *
Het valt in 2013 27 30 18 16 15
Het valt in 2014 17 22 25 32 34
Het valt in 2015 5 6 8 8 7
Het valt in 2016 0 2 1 1 1
Het maakt de 4 jaar vol 30 28 33 26 28
Weet niet/ geen mening 16 12 15 17 15
 
Rapportcijfers Rutte en Samsom kelderen
Mark Rutte moest het formeren van zijn nieuwe kabinet aanvankelijk bekopen met een flinke afname in waardering. Scoorde Rutte vlak voor de verkiezingen nog een 6,2, in december 2012 was dat slechts een 5,4. Begin 2013 leek hij enigszins op de weg terug, hoewel zijn populariteit het niveau van 2011 en de eerste helft van 2012 bij lange na niet haalde. Nu zakt zijn rapportcijfer echter weer van een 5,7 naar een 5,3 - de laagste score sinds Rutte voor het eerst premier werd.
Het rapportcijfer voor Diederik Samsom zakt eveneens. Scoorde Samsom een dag voor de verkiezingen met een 6,7 nog met afstand het beste van alle partijleiders, in december 2012 en februari 2013 was dat een 6,0 in april was dat een 5,9 en nu is dat een 5,6. Die score is vergelijkbaar met de 5,5 die hij in juli 2012 scoorde (voordat de verkiezingsstrijd echt losbarstte). 

Emile Roemer (6,2) en Alexander Pechtold (6,1) scoren van alle politieke leiders het hoogst, Minister van Financiën en voorzitter van de Eurogroep Jeroen Dijsselbloem, de meest besproken minister van de afgelopen maanden, scoort een voldoende (6,1).
 
Vooral SP en PVV profiteren
In de zetelpeiling verandert er weinig. SP (23 zetels) en PVV (22 zetels) bevinden zich op gelijke hoogte met de PvdA. VVD gaat met 28 zetels aan kop, maar rekening houdend met steekproefmarges zitten VVD, PvdA, SP en PVV dicht bij elkaar. Op afstand volgen D66 (14 zetels), CDA (12 zetels) en 50 Plus (11 zetels). Laatstgenoemde partij zakt, na een scherpe piek in het voorjaar, langzaam terug. 

3 | Zetelverdeling TNS NIPO week 25

  TK 2012 5 nov ‘12 19 dec ‘12 13 feb ‘13 17 april ‘13 25 juni ‘13
VVD 41 21 24 29 28 28
PvdA 38 33 34 23 22 23
SP 15 21 17 18 19 23
PVV 15 20 21 16 23 22
D66 12 17 15 12 13 14
CDA 13 17 15 14 13 12
50 Plus 2 8 7 24 14 11
ChristenUnie 5 4 6 5 7 8
SGP 3 4 4 4 4 4
GroenLinks 4 3 4 2 4 3
PvdD 2 2 3 3 3 2
 
In de motieven van ‘switchende’ kiezers zien we dat zowel de PvdA als de VVD de volle laag krijgen. Kiezers van beide partijen zijn teleurgesteld in wat de regeringspartijen waarmaken van hun beloften. Daarnaast zijn er veel weglopende kiezers van beide partijen die van mening zijn dat er te hard wordt bezuinigd en dat de huidige regering ‘zwabberbeleid’ uitvoert:
 
VVD is een zwalkende partij geworden’ (stemde VVD, zou nu D66 stemmen)
 
‘Deze regering bakt er niet veel van. Mijn hoop is nu gevestigd op de oppositie’ (stemde VVD, zou nu D66 stemmen)
 
‘Teleurgesteld in koers VVD. Doen te weinig om economie te stimuleren’ (stemde VVD, zou nu D66 stemmen)
 
‘Omdat de VVD er samen met de PvdA een janboel van maakt’ (stemde VVD, zou nu PVV stemmen)
 
‘De VVD maakt niet waar, waar ze voor stonden! Er zijn zoveel regels in dit land, steeds meer mensen lopen tegen een muur van bureaucratie op! De armoede neemt toe. En er moet maar bezuinigd worde… (…) Gekkenwerk!’ (stemde VVD, zou nu PVV stemmen)
 
‘Alle stemmers op de VVD zijn en worden nog steeds door Rutte voorgelogen’ (stemde VVD, zou nu PVV stemmen)
 
‘Is middenpartij, die voor belangen zal opkomen van de zwaar getroffen middenklasse. Wat dat betreft presteert de VVD ver onder de maat’ (stemde VVD, zou nu CDA stemmen)
 
De VVD verliest in vergelijking met september 2012 vooral aan de PVV (8%), 50 Plus (8%), D66 (6%) en CDA (5%). De PvdA zou in vergelijking met de Tweede Kamerverkiezingen een kwart (24%) van haar achterban aan de SP verliezen, een situatie die zich ook in de zomer van 2012 voordeed. Daarnaast zou 12% van de PvdA-kiezers nu 50 Plus kiezen.
 
‘Ben niet tevreden over de dingen die de PvdA nu in samenwerking met de VVD doet’ (stemde PvdA, zou nu SP stemmen)
 
De PvdA heeft mij zwaar teleurgesteld. Mijn stem op deze partij blijkt een stem te zijn geweest op de VVD’ (stemde PvdA, zou nu SP stemmen)
 
‘De rechtervleugel van de PvdA heeft teveel macht gekregen’ (stemde PvdA, zou nu SP stemmen)
 
Hoewel 50 Plus verder inzakt, staat de partij in vergelijking met de Kamerverkiezingen nog altijd op forse winst. De partij trekt nog altijd vooral teleurgestelde PvdA- en VVD-kiezers:
 
‘Niet eens met dit beleid. Deze regering doet niets voor 65 plus, ze willen ons het liefst zoveel mogelijk korten’ (stemde PvdA, zou nu 50 Plus stemmen)
 
‘Ik ben zeer ontevreden met het beleid van het huidige kabinet m.b.t. wonen, hypotheken en pensioenen’ (stemde VVD, zou nu 50 Plus stemmen)
 
Onderzoekverantwoording
Onderzoeknummer: D0542. Onderzoeksmethode: TNS NIPObase CAWI.
Aantal respondenten: aan het onderzoek werkten 980 Nederlanders (18+) mee.
 
Veldwerkperiode: 21 t/m 25 juni 2013
De steekproef is getrokken op basis van de ideaalcijfers voor geslacht, leeftijd, opleiding, gezinsgrootte, regio, sociale klasse en politiek stemgedrag bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer op 12 september 2012. De resultaten zijn hier ook op herwogen.
 
We benadrukken dat we in deze zetelpeiling met steekproefmarges te maken hebben.
Voor de grootste partij (de VVD, met 17,9%) is dat 2,4%. Dit komt overeen met drie tot vier zetels.
  
 
Voor meer informatie:
 
Tim de Beer
t. 020 522 53 99
e. tim.de.beer@tns-nipo.com
 
Peter Kanne
t. 020 522 59 24
e. peter.kanne@tns-nipo.com